- 350 ml ciderazijn (of wittewijnazijn + wat appelsap)
- 250 ml water
- 300 g suiker
- 2 plakjes verse gember van 2-3 mm
- 1 kaneelstokje, doormidden gebroken
- 4 kruidnagels
- 8 pimentbessen
- 1/2 citroen, alleen schil, in repen met dunschiller
- 750 gr. kleine, harde (stoof)peren, klokhuis verwijderd, in lengte in parten
bijv. gieser wildeman (naast René)
Verwarm in een ruime pan, waar straks ook de peren bij passen, de azijn, water en suiker. Als de suiker opgelost is, voeg je de overige specerijen en citroenschil toe. Warm 1 minuutje goed door. Doe de peren erbij en laat een paar minuten zachtjes koken tot ze gaar zijn. Liever ietsje te hard dan te gaar, dan vallen ze uit elkaar.
Haal met een schuimspaan de peren uit de pan en verdeel ze over de potten. Probeer de partjes heel te laten. Stop de potten helemaal vol tot aan de rand en vul aan met de siroop. Je kunt de specerijen er ook bij doen. Dan werkt de smaak nog door. Veeg de randen schoon met keukenpapier en draai het deksel erop. Bewaar in de koelkast of op een koele, donkere plek. Laat 4 weken staan om de smaak te ontwikkelen. Zo'n 6 maanden houdbaar.
Lekker bij zachte geitenkaas, paté, gebraden ham, kalkoen, kaas en op een borrelplank.
Bron: Inmaak- & fermenteerbijbel, Simone van Thull