- korstdeeg met boter
- 320 gr. aardbeien
- 320 gr. bosbessen
- 320 gr. frambozen
- 250 gr. suiker plus 1 eetl. suiker
- 3 eetl. maizena
- snufje kaneel
- 2 theel. fijngeraspte citroenschil
- 1 theel. vanille-essence
- 1 eiwit, losgeklopt met 1 eetl. water
Verwarm de oven voor op 200 graden. Maak het deeg en rol het deeg voor de bodem uit tot een lap die past in een taartvorm van 23 cm en voor de bovenkant tot een iets grotere lap. Vouw deze laatste in vieren. Maak met een mes 3 sneetjes in de rechte zijden, te beginnen op 2 cm afstand van het middelpunt en met tussenruimten van circa 1,2 cm, zodat tijdens het bakken de stoom kan ontsnappen. Leg deze lap op een groot bord. Dek beide lappen deeg af met huishoudfolie en zet ze in de koelkast.
Was het fruit en snijd de aardbeien in vieren. Doe ze met de bosbessen en de frambozen in een grote kom en schep ze voorzichtig om met 250 gr. suiker, maizena, kaneel, citroenrasp en vanille.
Haal het deeg voor de bodem uit de koelkast en bestrijk met het losgeklopte eiwit. Schep het fruit in de vorm. Haal de tweede lap deeg uit de koelkast en vouw hem uit over de vulling. Snijd de overhangende rand terug tot op 2,5 cm. Bevochtig de randen van het deeg van de boven- en de onderkant en druk ze tegen elkaar aan en rol ze naar beneden om. Maak er een mooie golvende rand van. Bestrijk de bovenkant met wat water en bestrooi met 1 eetl. suiker.
Zet de taart iets boven het midden in de oven (boven- en onderwarmte) en bak de taart 60 tot 75 min tot de vulling borrelt en de korst goudbruin is. Laat de taart afkoelen op een rooster en serveer warm of op kamertemperatuur.
Bron: Sheila Lukins, USA kookboek